Hartzeer: stress en het (vrouwen-) hart Saskia Hollemans mei 2018

Inleiding

De schrik slaat je om het hart- iets op je hart hebben – je hart uitstorten- je hart luchten- je hart vasthouden- hartzeer hebben- pak van mijn hart. Dit zijn een paar spreekwoorden uit de Nederlandse taal die gerelateerd zijn aan het hart en aan een stresssituatie.
Het hart is een orgaan dat tot de verbeelding spreekt en dat onmiskenbaar verbonden is met opwinding en heftige emoties. We kennen allemaal wel een stresssituatie waarin je hart sneller ging kloppen, misschien ervaarde je daarbij zelfs wel druk op de borst.
Na mijn eigen hartinfarct in december 2015 kwam ik terecht in het hartrevalidatie-traject van het ziekenhuis. Al snel bleek dat er op lichamelijk gebied voor mij niet heel veel winst te behalen viel: eigenlijk was ik gezond. Op mentaal vlak bleek, na flink wat weerstand van mijn kant, nog een hoop werk aan de winkel te zijn.
Nu, twee jaar later, heb ik het inzicht gekregen dat ik zelf een deel van mijn hartklachten heb gecreëerd. Ik ben van mening dat stress en op een ‘ongezonde’ manier met spanning omgaan, invloed heeft op het lichaam. In mijn geval is mijn hart letterlijk verkrampt door het niet goed omgaan met stress en spanning.
Ik ben ervan overtuigd dat stress invloed heeft op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Graag zoek ik in dit artikel naar wetenschappelijke bewijzen hiervoor.
De hoofdvraag in dit artikel is: heeft stress invloed op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten?
Op welke manier en in welke mate beïnvloedt stress de ontwikkeling van hart- en vaatziekten?
De laatste tijd is er in de media meer aandacht voor het verschil tussen mannen en vrouwen m.b.t. hart- en vaatziekten. Het vrouwenhart heeft jarenlang te weinig aandacht gekregen: er werd vanuit gegaan dat het mannen- en vrouwenhart dezelfde symptomen geeft bij hart- en vaatziekten.
Lange tijd werden klachten van vrouwen als kortademigheid, vermoeidheid en rugpijn niet gekoppeld aan hartklachten. Onder leiding van dr. Angela Maas (Radboud UMC) en dr. Janneke Wittekoek (HeartLife klinieken) lijkt daar nu langzamerhand verandering in te komen. Deze twee vrouwelijke cardiologen strijden voor een grotere bewustwording rond vrouwen en hart- en vaatziekten.
Graag geef ik ook antwoord op de vraag: is er een verschil tussen de invloed van stress op het mannen- en op het vrouwenhart?

Resultaten

Het stress -systeem

Stress is een normaal en functioneel aspect van ons leven. Alle levende wezens hebben een systeem dat zorgt voor aanpassingen aan constant variërende omgevingsomstandigheden. Stress kan het beste omschreven worden als een proces waarin een organisme zich probeert aan te passen aan plotselinge en ingrijpende veranderingen in zijn omgeving.
De fysiologische stressreactie zorgt ervoor dat het lichaam geactiveerd wordt om te kunnen vechten of vluchten: de twee opties bij confrontatie met gevaar. Ook bij mentale stress gaat de fysiologische stressreactie in werking: verwijding van bloedvaten in de spieren en het produceren van adrenaline om brandstof te mobiliseren.
De grondlegger van het stressonderzoek was Hans Selye. Selye (Selye, 1950) heeft de stressreactie beschreven als het ‘General Adaptation Syndrome’: een reactie van het lichaam, dat begint met een alarm response, waarbij alle afweermechanismen in werking worden gesteld. Bij het voortduren van de stresssituatie gaat dit over in het stadium van weerstand en bij het chronisch voortduren van de stress gaat het lichaam decompenseren en treedt de uitputtingsfase op. Het cruciale stresshormoon hierbij is cortisol, dat verhoogd is in de weerstandfase en in de uitputtingsfase tot onder het uitgangsniveau zakt, aldus Selye.
In latere onderzoeken werd de rol van het hormoon adrenaline ook zichtbaar. De fight/flight reactie zou vooral gecombineerd gaan met een stijging van adrenaline, terwijl het verlies van controle (meer passief ondergaan van een stresssituatie) gecombineerd zou gaan met een stijging van cortisol. Sapolsky (Sapolsky, 2006) bracht hierin verder nuancering aan. Sapolsky geeft aan dat cortisol behalve een mobiliserende functie ook een functie heeft om te voorkomen dat het systeem doorschiet. Als er alleen adrenaline zou zijn dan zou het lichaam heel snel door zijn reserves heen zijn en niet meer instaat om het hoofd te bieden aan het voortduren van de stresssituatie. Sapolsky stelde op basis hiervan dat cortisol zowel een stresshormoon als een anti-stress hormoon is.
Een langdurige verhoging van cortisol is op den duur schadelijk. Met name bepaalde delen van de hersenen zoals de hippocampus (o.a. geheugenfunctie) lijken daar vrij gevoelig voor te zijn en kunnen schade oplopen.
De ontregeling van het lichaam wordt uitgedrukt in een Allostatic Load Index. Deze index bestaat uit het niveau van stresshormonen en uit een aantal biologische processen in het lichaam die door het te hoge cortisolniveau ontregeld zijn geraakt: verhoogde bloeddruk, verstoorde insuline huishouding en vetstofwisseling en vetophopingen in de buik.
Stress heeft dus niet alleen effect op de hersenen, maar ook op de rest van het lichaam.

Invloed van stress op het hart: op welke manier en in welke mate

Algemeen genomen is langdurige of hevige stress schadelijk voor de lichamelijke gezondheid en draagt stress bij aan de ontwikkeling van hartziekten. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er bewijs is, dat acute en chronische stress invloed heeft op het ontstaan van hart- en vaatziekten.
Hoge niveaus van chronische stress zouden gepaard gaan met een twee keer hoger risico op een hartinfarct (Rosengren et al., 2004). Ook studies naar specifieke stressoren vonden een verband met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Voor werkstress waren de risico’s 1,2 keer hoger (Kivimäki et al., 2012) en voor relatiestress 2,7 tot 4 keer hoger ( Eaker et al., 2007).
In de cardiologie zijn twee vormen te onderscheiden m.b.t. stress gerelateerde aandoeningen:

  • acute syndromen die getriggerd kunnen worden door het ervaren van acute psychologische stress.
  • nadelige cardiovasculaire (hart- en bloedvaten) gevolgen van voortdurende, chronische psychosociale belasting en stress.

Acute stress

Acute psychologische stress activeert het sympathische zenuwstelsel en de productie van adrenaline. Hierdoor treden er veranderingen op in het cardiovasculaire (hart en bloedvaten) systeem. Het veroorzaakt een toenemende werkdruk op het hart door een toename van de hartslagfrequentie, de bloeddruk en de samentrekkingskracht van de hartspier.
Hierdoor heeft de hartspier meer zuurstofrijk bloed nodig. Wanneer dit niet geleverd kan worden, ontstaat myocardischemie (zuurstoftekort van de hartspier). Andere gevolgen bij acute stresssyndromen zijn hartritmestoornissen en het ontstaan van bloedstolsels.
Bij myocardischemie gaat het om de bloedvoorziening van de hartspier zelf, die als pomp voor de bloedcirculatie zorgt. Myocardischemie leidt tot een hartinfarct. Als het zuurstoftekort ernstig en langdurig is (langer dan 10 minuten) kan er blijvende schade ontstaan aan de hartspier.
Uit verschillende onderzoeken is bekend geworden dat mentale stress van invloed is op ischemie (zuurstoftekort) (Krantz et al., 1996):

  • Mentale stress kan myocardischemie veroorzaken in 30-50% van de patiënten die al een hart- of vaatziekte hebben.
  • Patiënten die ischemie hebben door mentale stress, hebben een 2 tot 3 keer verhoogd risico op een ongunstige prognose op de lange duur (hartinfarct, bypassoperatie of dotterbehandeling).

‘Sterven aan een gebroken hart’ is niet alleen maar een zegswijze, sterven aan een gebroken hart kan daadwerkelijk. “Het stresshartinfarct is een aandoening waarbij het hart een enorme hoeveelheid adrenaline niet kan verwerken en ermee stopt”. (Wittekoek, 2017, p.61). De aandoening broken heart syndrome is een voorbeeld van een stresshartinfarct waarbij een emotionele gebeurtenis de trigger is voor het hartinfarct. In 1990 kwamen de eerste beschrijvingen van dit syndroom en kreeg het de naam Takotsubo-syndroom. Patiënten met een stresshartinfarct melden zich met Agina Pectoris (pijn op de borst), hebben op het ECG tekenen van een hartinfarct en in het bloed zijn afvalstoffen van een beschadigde hartspier te vinden. Bij een coronair-angiografie zijn de kransslagaders echter normaal: zonder vernauwingen. Binnen enkele weken kan dit beeld verdwenen zijn. In de acute fase kan er hartfalen en ernstige hartritmestoornissen optreden. (Syed et al, 2011). Bij navraag is er bijna altijd sprake van een acute stressor: heftige angst, overlijden van geliefde, ernstig ongeluk etc.
“Patiënten met een stresshartinfarct hebben een 2 tot 3 maal verhoogde concentratie stresshormonen in hun bloed ten opzichte patiënten met een zwaar hartinfarct”(Wittekoek, 2017, p. 133).
Acute psychologische stress kan ook leiden tot levensbedreigende hartritmestoornissen. Normaal is het hartritme regelmatig en met een frequentie van ongeveer 60 tot 70 slagen per minuut in rust.
Een regelmatig hartritme is belangrijk voor een goede doorbloeding van het lichaam.
Acute psychologische stress kan vooraf gaan aan ventriculaire tachycardie (zeer snel abnormaal hartritme). Mentale stress kan via een hartinfarct ook de kans op hartritmestoornissen verhogen.
Een voorbeeld van hartritmestoornis als gevolg van mentale stress is het vakantiehart. Volgens Wittekoek (2017) is het vakantiehart een diagnose die veel voorkomt in de zomermaanden. Het vakantiehart uit zich in hartritmestoornissen, vaak in combinatie met het nuttigen van veel alcohol.
“De ritmestoornissen uiten zich in een veelal onregelmatige snelle hartslag en zijn dus het gevolg van (pre-vakantie) stress, te veel alcohol en uitdroging of een combinatie hiervan. Eigenlijk is het dus een overprikkeld hart.
Het vakantiehart komt relatief vaak voor bij gezonde mensen zonder hartaandoeningen. Ongeveer 65% van alle ritmestoornissen van mensen onder de 65 jaar zijn een variatie van het vakantiehart.
Meestal zijn de hartritmestoornissen van voorbijgaande aard, maar kunnen ze ook uitmonden in boezemfibrilleren. Hierbij is er een zeer snelle onregelmatige samentrekking van de boezems en de kamers van het hart: er kunnen bloedstolsels ontstaan. (Wittekoek, 2017, p.42)”.
Er is epidemiologisch onderzoek gedaan naar acute hartdoden na acute stress, zoals na aardbevingen of de aanslag op het World Trade Center. Bewezen is in deze onderzoeken dat acute hartdoden veroorzaakt werden door ventriculaire (hartkamer) ritmestoornissen. Vaak is alleen het optreden van stress onvoldoende trigger voor het optreden van ritmestoornissen en is een aanvullende gevoeligheid noodzakelijk. Dit kan in de vorm van myocardiale ischemie, een eerder hartinfarct of genetische aanleg. (van Melle, 2014).
Bij acute psychologische stress komen er meer actieve bloedplaatjes vrij die beter aan elkaar hechten. Daarbij neemt de concentratie toe van moleculen die betrokken zijn bij de bloedstolling: de kans op bloedstolsels neemt toe. Een bloedstolsel kan leiden tot ernstige en langdurige ischemie en dus een hartinfarct.

Chronische stress

Mensen die een angst- en stemmingsstoornis hebben, ervaren langdurig perioden van verhoogde stress. De twee meest recente meta-analyses naar de effecten van depressie op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten (personen hadden geen hart- en vaatziekten aan de start van de studie), vonden een verhoogd risico ( 1,6 tot 1,9 maal hoger) op het krijgen van een hartinfarct of het overlijden aan een hartaandoening bij personen met een depressieve stoornis of depressieve symptomen (van der Kooy et al., 2007 en Nicholson, et al., 2006). Het effect van depressie op personen die al een hart- en vaatziekte hebben, is dat dat deze personen een 1,6 tot 2,7 maal zo’n groot risico hebben op verergering van de ziekte of sterfte.
Onderzoek naar de relatie tussen angst en hart- en vaatziekten laat zien dat gezonde personen die angstig waren een 1,26 keer verhoogd risico hadden op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. De kans op overlijden aan een hartaandoening was met 48% verhoogd.
Al 50 jaar worden er onderzoeken gedaan die zich bezig houden met de vraag of
persoonlijkheidstrekken die mensen kwetsbaar maken voor stress, samenhangen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Mensen met een type A persoonlijkheid (vijandigheid, hoge competitiedrang en gevoel voor tijdsdruk) zouden een hoger risico hebben op hart- en vaatziekten. Later onderzoek wees uit dat niet een type A persoonlijkheid meer risico geeft, maar een specifiek component , namelijk vijandigheid wel. In een meta-analyse (Chida et al., 2009) bleek dat mensen met een verhoogde vijandigheid of woede 1,2 maal meer risico hebben op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Dit effect bleek sterker te zijn voor mannen dan voor vrouwen. De relatie tussen vijandigheid en hartziekten lijkt te verlopen via risicogedragingen als slecht dieet, roken en fysieke inactiviteit.
Sinds de jaren 90 wordt er veel onderzoek gedaan naar een ander persoonlijkheidstype: type D.
Type D wordt gekenmerkt door negatieve affectiviteit en sociale inhibitie; het ervaren van veel negatieve gevoelens en deze niet uiten naar anderen, waarschijnlijk uit angst voor afwijzing.
In 2010 werd in een meta-analyse geconcludeerd dat een type D persoonlijkheid, een meer dan 3 maal verhoogd risico op nieuwe cardiovasculaire events of overlijden bij patiënten met hart- en vaatziekten heeft (Denollet et al., 2010).
Het is nog onbekend of type D ook samenhangt met de ontwikkeling van hart- en vaatziekten bij lichamelijk gezonde personen.
De effecten van chronische psychische belasting en stress op hart – en vaatziekten ontstaan vooral geleidelijk. De biologische processen die samenhangen met chronische stress zijn: hoge bloeddruk, versnelde hartslag, verhoogden lipiden (cholesterol) en ontstekings-gerelateerde lipiden. Deze factoren veroorzaken beschadigingen in de vaatwand en de zorgen voor de ontwikkeling van vaatplaques. Er is aangetoond dat een versnelde hartslag verband houdt met een versnelde atherosclerose (slagaderverkalking) (Rubin et al., 2012).
Verschil mannen- en vrouwenhart
Is er een verschil tussen het mannen- en vrouwenhart in relatie tot stress?
Wittekoek (2017) geeft in haar boek ‘het vrouwenhart’ aan dat 57 vrouwen dagelijks overlijden aan de gevolgen van hart- en vaatziekten, versus 53 mannen.
De sterfte ten gevolge van hart- en vaatziekten bij vrouwen stijgt met name bij vrouwen tussen de 35-40 jaar.

“Als een vrouw een hartprobleem heeft dan duurt het veel langer, voordat zij in het ziekenhuis terecht komt dan bij een man. Een man hoeft maar naar zijn borst te wijzen en de verdenking op een hartprobleem is er meteen. Bij vrouwen is dat heel anders” (Wittekoek, 2017, p.60).
Volgens Wittekoek (2017) komt dit niet alleen door de dokter, maar ook door vrouwen zelf. Vrouwen bagatelliseren klachten en bedenken zelf allerlei redenen om niet naar de dokter te hoeven. Verder geven vrouwen zelf invulling aan hun klachten en willen ze niet zeuren. Veel vrouwen luisteren niet goed naar hun lichaam. Daardoor komt de diagnose later en is er vaak al veel schade aangericht.
“We weten dat het vrouwenhart veel gevoeliger is voor stress dan het mannenhart. Er is een aandoening, het stresshartinfarct, waarbij het hart een enorme hoeveelheid adrenaline niet kan verwerken en ermee stopt. Aanzienlijk meer vrouwen dan mannen overkomt dit.”(Wittkoek, 2017, p.61). Dit stresshartinfarct heet het broken heart syndroom, omdat een emotionele gebeurtenis (zoals ernstig liefdesverdriet) vaak de trigger is. Door extreme stress kunnen hartritmestoornissen ontstaan en door de grote hoeveelheid stresshormonen (adrenaline en noradrenaline) is er een toxisch effect op de hartspier. Er ontstaat een verlamming, waardoor de pompfunctie van het hart sterk afneemt, wat kan leiden tot serieuze hartproblemen of zelfs de dood volgens Wittekoek (2017).
Wittstein (2012) noemt het in zijn onderzoek het stress-cardiomyopathie. Dit syndroom komt in 2% van de gevallen voor bij patiënten die zich met een acuut coronair syndroom melden. (Wittstein et al., 2012). Bij (postmenopauzale) vrouwen komt het vaker voor: 4,7 tot7,5 %. De herkenning is niet optimaal, waardoor deze getallen mogelijk een onderschatting van de werkelijkheid kunnen zijn.
Een aantal factoren vergroot de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een stresshartinfarct: hormonale factoren (oestrogeen), stemmingsstoornissen, gegeneraliseerde endotheel (voering van bloedvat)-dysfunctie en genetische factoren (Zeb et al.,2011).
“Ik zie heel veel (jonge) vrouwen met een bloeddruk die te hoog is en die veel last hebben van hartkloppingen. Ik zie in mijn praktijk een duidelijke relatie tussen hartritme-stoornissen, slaapstoornissen, stress, de overgang en een niet goed gereguleerde bloeddruk” (Wittekoek, 2017, p.40). “ Stress levert op alle fronten van het lichaam klachten op: een slecht eetpatroon, verminderde spijsvertering, slecht slapen, invloed op de psyche, concentratieproblemen. Dit alles kan weer leiden tot hartritmestoornissen, verhoogde bloeddruk, pijn op de borst of een hartinfarct. Onderzoeken laten zien dat depressie en stress een rol spelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Bij vrouwen is het dus belangrijk de emotionele status te evalueren en eventueel te behandelen” (Wittekoek, 2017, p.131-132).
Er is aangetoond dat een versnelde hartslag door mentale stress verband houdt met een versnelde atherosclerose (slagaderverkalking) (Rubin et al., 2012).
Dichtgeslibde bloedvaten (atherosclerose) veroorzaken hartinfarcten. Het dichtslibproces verloopt bij vrouwen anders dan bij mannen. De voering van de bloedvaten (het endotheel) en de functie daarvan speelt een belangrijke rol in het vrouwenhart (Wittekoek, 2012). De voering van de bloedvaten is kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. Hoge bloeddruk, nicotine, te veel suiker, LDL-cholesterol veroorzaken schade aan de voering. Bij vrouwen vindt het dichtslibproces vaker plaats in de kleine bloedvaten van het hart, bij mannen meer in de kransslagaders. Met een katheterisatie zijn vernauwingen in de kleine bloedvaten niet te zien.
“Vrouwenharten slibben dus niet obstructief dicht in de grote kransslagaders, maar diffuus over het gehele (micro)vaatbed. Vrouwen waarvan de dichtslibben, hebben vaak een gestoorde motoriek van hun bloedvaten. De doorsnede van bloedvaten rond het hart diffuus de bloedvaten kan niet meer goed gereguleerd worden en er kan een gemene verkramping optreden. Deze verkramping kan optreden nà inspanning en niet alleen tijdens inspanning. Vrouwen klagen na inspanning, na een stressvolle dag of emotionele gebeurtenis over een beklemmend gevoel op de borst” (Wittekoek 2017, p. 71).
De voering van de bloedvaten wordt lang beschermd door het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Rondom de overgang neemt het oestrogeen af en wordt de voering van de bloedvaten kwetsbaarder voor onder andere verhoogd cholesterol en hoge bloeddruk. “Een goede bloeddruk is essentieel voor het vrouwenhart” (Wittekoek, 2017, p. 73)
Kristina Orth-Gomer deed onderzoek naar de mate waarin werkstress en relatiestress het risico op vroegtijdige aderverkalking versterken. De meeste kans op vroegtijdige aderverkalking liepen vrouwen die gebukt gingen onder veel stress op het werk en in een slecht huwelijk. Vrouwen die weinig stress hadden op het werk en een leuke man hadden veel minder aderverkalking (Orth-Gomer, 2004).

Discussie en aanbevelingen

Er kan gesteld worden dat stress bijdraagt aan de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.
Uit de onderzoeken die aangehaald worden onder ‘resultaten’ blijkt dat stress invloed heeft op het ontstaan van hart- en vaatziekten: er is bewijs dat acute en chronische stress invloed heeft op het ontstaan van hart- en vaatziekten. De manier waarop en de mate waarin stress bij draagt aan de ontwikkeling van hart- en vaatziekten verschilt per stresssituatie.
Acute stress veroorzaakt een toenemende werkdruk op het hart door een toename van de hartslagfrequentie, de bloeddruk en de samentrekkingskracht van de hartspier door de hogere productie van adrenaline. Door de toenemende werkdruk heeft de hartspier meer zuurstofrijk bloed nodig. Wanneer dit niet geleverd kan worden, ontstaat myocardischemie (zuurstoftekort van de hartspier). Het ‘broken heart syndrome’ is hier een voorbeeld van.
Mentale stress kan myocardischemie veroorzaken in 30-50% van de patiënten die al een hart- of vaatziekte hebben. Patiënten die ischemie hebben door mentale stress, hebben een 2 tot 3 keer verhoogd risico op een ongunstige prognose op de lange duur (hartinfarct, bypassoperatie of dotterbehandeling).
Andere gevolgen bij acute stresssyndromen zijn hartritmestoornissen en het ontstaan van bloedstolsels. Het vakantiehart is een voorbeeld van hartritmestoornis als gevolg van mentale stress. Ongeveer 65% van alle ritmestoornissen van mensen onder de 65 jaar zijn een variatie van het vakantiehart.
Naast acute stress geeft ook chronische stress een verhoogde kans op een hartinfarct: een twee keer hoger risico. Meta-analyses vonden een verhoogd risico ( 1,6 tot 1,9 maal hoger) op het krijgen van een hartinfarct of het overlijden aan een hartaandoening bij personen met een depressieve stoornis of depressieve symptomen. Mensen met een depressieve stoornis ervaren langdurige perioden van verhoogde stress. Gezonde personen die angstig zijn, hebben een 1,26 keer verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, de kans op overlijden aan een hartaandoening is met 48% verhoogd.
Geconcludeerd kan worden dat persoonskenmerken, zoals vijandigheid en type D, een relatie hebben met hart- en vaatziekten. Er werd in een meta-analyse geconcludeerd dat mensen met een verhoogde vijandigheid of woede 1,2 maal meer risico hebben op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten en een type D persoonlijkheid meer dan 3 maal verhoogd risico op nieuwe cardiovasculaire events of overlijden bij patiënten met hart- en vaatziekte.
De effecten van chronische psychische belasting en stress op hart – en vaatziekten ontstaan vooral geleidelijk. De biologische processen die samenhangen met chronische stress zijn: hoge bloeddruk, versnelde hartslag, verhoogden lipiden (cholesterol) en ontstekings-gerelateerde lipiden. Deze factoren veroorzaken beschadigingen in de vaatwand en de zorgen voor de ontwikkeling van vaatplaques.
Naast de beschreven biologische effecten van stress op hart- en vaatziekten, leidt stress ook tot ongezond gedrag zoals ongezonde eetgewoonten, onvoldoende beweging en overmatig alcohol gebruik. Dit gedrag heeft weer invloed op de hierboven genoemde biologische processen.
Er kan geconcludeerd worden dat er een verschil is tussen de invloed van stress op het mannen- en vrouwenhart. Het vrouwenhart is veel gevoeliger voor stress dan het mannenhart. Het stresshartinfarct, waarbij het hart een enorme hoeveelheid adrenaline niet kan verwerken en ermee stopt, komt aanzienlijk vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Bij (postmenopauzale) vrouwen komt het stresshartinfarct vaker voor: 4,7 tot 7,5 %. De herkenning is niet optimaal, waardoor deze getallen mogelijk een onderschatting van de werkelijkheid kunnen zijn. In de praktijk (HeartLife klinieken) is er een duidelijke relatie te zien tussen ritmestoornissen, slaapstoornissen, stress, de overgang en een niet goed gereguleerde bloeddruk bij vrouwen. Hier is nog meer onderzoek nodig om dit met getallen te kunnen onderbouwen.
Het dichtslibproces van de kransslagaders verloopt bij vrouwen anders dan bij mannen. De voering van de bloedvaten (het endotheel) en de functie daarvan speelt een belangrijke rol in het vrouwenhart. Er blijkt uit onderzoek dat werkstress en relatiestress bij vrouwen het risico op vroegtijdige aderverkalking versterken.
Ik geef hieronder graag nog wat overwegingen en aanbevelingen met betrekking tot stress en het ontstaan van hart- en vaatziekten.
Zowel bij patiënten als bij zorgverleners is er nog te weinig kennis om angst (paniekaanval) te onderscheiden van hartklachten, waardoor patiënten klachten blijven houden. De dertien symptomen die bij een paniekaanval kunnen voorkomen volgens de officiële psychiatrische criteria zijn: hartkloppingen- transpireren- tillen/beven- kortademigheid- naar adem snakken – pijn op de borst- misselijkheid/buikklachten- duizeligheid/flauwvallen – gevoel van vervreemding- angst om dood te gaan- tintelingen- plotseling warm/koud.
Veel symptomen van een paniekaanval lijken op symptomen die samen gaan met hartklachten. De herkenning van het verschil tussen paniekaanvallen en hartklachten op de eerste hulp of in de polikliniek wordt sterk bemoeilijkt, omdat zowel patiënten als dokters er te weinig kennis van hebben. Hierdoor blijven patiënten klachten houden en hulp zoeken wat leidt tot een verminderde kwaliteit van leven en tot hogere kosten in de gezondheidszorg. Ik pleit voor meer aandacht voor kennisvergroting op dit gebied. Hierin meegenomen dat de symptomen van hartklachten bij vrouwen zich anders kunnen openbaren dan bij mannen en nog meer gelijkenis hebben met de symptomen van een paniekaanval/hyperventilatie.
Ik ben ervan overtuigd dat stressmanagement een belangrijk instrument kan zijn bij het herstel van hart- en vaatziekten. Stressmanagement kan bestaan uit het verminderen of hanteerbaar maken van de belastende stressoren en door het verminderen van de verhoogde spanning binnen het individu (stressrespons), door middel van een bewegingsprogramma, programma voor spanningsregulatie en eventueel medicatie.
Net als andere ziekten kunnen hart- en vaatziekten ook als stressor gezien worden. Mensen reageren zeer verschillend op de belasting en uitdaging die hart- en vaatziekten met zich mee brengen. De psychologische reacties kunnen de klachten en beperkingen verergeren.
Ik zou graag zien dat in het hartrevalidatie-traject in ziekenhuizen een groter deel ingericht wordt voor de mentale nazorg en dan met name de stressreductie bij patiënten. Stresscounseling zou hier een heel mooi bewustwordingsproces kunnen brengen.
De investering hierin zal zich uitbetalen. Uit onderzoek blijkt dat patiënten die zich hebben leren te ontspannen, vaker en eerder het werk hervatten. Ook zorgt spanningsregulatie voor minder heropnames en mogelijk minder sterfgevallen met een cardiale oorzaak.

Literatuurlijst

  • Chida, Y. et al. (2009) The association of anger and hostility with furture coronary heart disease. A meta-analytic review of prospecteive evidence. J AMColl Cardiol, 53, 936-46
  • Denollet, J. et al. (2010) A general propensity to psychological distress affects cardiovascular outcomes: evidence from research on the Type D. CircCardiovascQual Outcomes, 3, 546-557
  • Eaker, E.D. et al. (2007) Martial status, marital strain and riks of coronary heart disease or total mortality: the Framingham Offspring Study. Psychom Med, 69, 509-13
  • Gullikson et al.(2011) Randommized controlled trail of cognitive behavioral therapy vs standard treatment to prevent recurrent cardiovascular events in patients with coronary heart disease: secondary prevention in Uppsala Primary Health Care project. Arch Intern Med, 171, 134-40.
  • Kivimäki, M. et al. (2012) Job strain as a risk factor for coronary heart disease: a collaborative meta-analysis of individual participant data. Lancet, 380, 1491-7
  • Kooy, van der K, et al. (2007) Depression and thr risk for cardiovascular diseases: systematic review and meta-analysis. Int J Geriatr Psychiatry, 22, 613-26
  • Melle, J van (2014) Stress en hart- en vaatziekten: hartritmestoornissen en acute hartdood. Den Haag: Hartstichting
  • Nicholson, A et al. (2006) Depression as an aetiologic and prognostic factor in coronary heart disease: a meta-analysis of 6362 events among 146.538participants in 54 observational studies. Eur heart J,27. 2763-74
  • Orth-Gomer, K. (2004) Women’s multiple stressors and atherosclerosis: mechanism and interventions. Berlijn 25th European Conference for psychosomatic research
  • Orth-Gomer et al. (2009) Stress reduction prolongs life in women with coronary disease: the Stockholm Women’s Intervention Trail for Coronary Heart Disease (SWITCHD). Circ Cardiovasc Qual Outcomes, 2, 25-32
  • Rosengren, A.et al. ( 2004) Association of psychosocial risk factors with risk of acute myocardial infarction in 11119 cases and 13648 controls from 52 countries (the INTERHEART study): case control study. Lancet, 364, 953-62
  • Rubin, J et al. (2012) The relationship between resting heart rate and incidence and progression of coronary artery calcification. Atherosclerosis. 2012; 220: 194-200
  • Sapolsky, R.M. Why zebra don’t get ulcers. Third edition . New York: Henry Holt and company
  • Selye, H. (1950) Stress. Montreal: Acta
  • Syed F.F. et al.(2011) Arrhythmia occurennce with takotsubo cardiomyopathy: A literature review. Europace, 13,780-788
  • Wittekoek, J. (2017). Het vrouwenhart. Hilversum: Lucht BV.
  • Wittstein, I. et al.(2012) Stress cardiomyopathy.In: Paul Hjemdahl AR Stress and cardiovascular disease. Londen: Springer, pp 169-191
  • Zeb, M et al. (2011) Takotsubo cardiomyopathy: a diagnostic challenge. Postgrad Med. 87, 51-59